28 dec Het bos van de dansende bomen
Sinds het besluit vaker naar buiten te gaan en de wereld opnieuw te ontdekken zijn er alsmaar nieuwe, magischere plekjes op m’n radar verschenen. Plekken waar je niet van beseft dat ze er überhaupt zijn, laat staan dicht bij huis. Zo werd ik verrast door de hoeveelheid damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen en verdronk ik haast in de schoonheid van de stukken dennenbos in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland, allemaal op (minder dan) een uurtje rijden. Maar er was één plek waar ik niet van geloofde dat het werkelijk zo mooi zou zijn: “het bos van de dansende bomen”.
Met haar prachtige bijnaam raakte ze me al voordat ik ook maar iets van d’r schoonheid had gezien. Dansende bomen, we kunnen er allemaal wellicht een verbeelding bij maken, maar echt visualiseren is lastig. Wat wordt er bedoeld, hoe ziet het er uit? Terwijl ik langzaam actiever werd op Instagram kwamen er ook steeds vaker foto’s voorbij van het bos in kwestie. Ik was overtuigd: ik moest en zou het met eigen ogen zien. Vanaf dat moment stond het bos, dat op de Veluwe is gelegen en het Speulderbos heet, boven aan m’n lijstje.
Deze week was het eindelijk zo ver. De weersvoorspelling leek te mooi om waar te zijn: een paar graden boven nul, geen regen en een dikke pak mist. Dat klinkt misschien koud en niet uitnodigend, maar als je ooit door de natuur bent gaan dwalen in de mist begrijp je waarom ik daar extra vroeg m’n bed voor uit kom. Om zes uur ging de wekker en iets voor zevenen zaten Marije en ik, m’n partner in crime, in de auto. Nog geen anderhalf uur later reden we de Veluwe binnen.
In het donker en met slechts 20 meter zicht was een parkeerplekje zoeken ingewikkelder dan het klinkt, maar na een tiental minuten rondjes rijden stonden we dan eindelijk stil. Ken je dat gevoel van een reis, wanneer je net ergens nieuw aankomt en om je heen kijkt? Die verbazing, dat gevoel van pure blijdschap? Als een kind zo blij stapte ik uit de auto en kon niet voorkomen dat m’n lichaam een sprongetje maakte. En toen waren we nog niet eens echt het bos in!
Al snel werd duidelijk waar het bos d’r bijnaam van heeft. Niet alle bomen groeien kaarsrecht omhoog en zijn daardoor niet bij uitstek geschikt voor de houtproductie. Deze “dansende” bomen zijn daarom als enigen blijven staan en vormen met hun afwijkende groeipatronen een op een dansvoorstelling-lijkend spektakel. Een haast magisch verschijnsel, zeker in de dikke neergedaalde mist.
Recht tegenover de dansende bomen staan de uit de grond geschoten, kaarsrechte naaldbomen. Deze prachtige douglas- en fijnsparren vormen een donker, mysterieus geheel door het dichtbegroeide “dak”. Hier kan de natuur z’n eigen gang gaan en vormt een uniek ecosysteem dat een goed onderkomen biedt aan zowel flora als fauna, klein en groot. Het is voor grote dieren als edelherten, wilde zwijnen en vossen een mooie plek om de rust op te zoeken. Daarmee is het ook bij uitstek de plek om deze dieren te spotten.
In het bos staan dan ook meerdere wildschermen; met boomstammen gebouwde muren met enkele gaten waar door wild gespot kan worden. Hoewel ik sinds de zomer in een natuurgebied werk waar onder andere wisenten, damherten en hooglanders lopen heb ik nog nooit een everzwijn of edelhert in het wild gezien. Na een uur dwalen was het daarom tijd voor de zoektocht naar een wildscherm. De website van Staatsbosbeheer geeft de coördinaten van de schermen in google maps, dus dat zou eenvoudig moeten zijn. In de praktijk blijkt het vinden van deze wild-ontmoetingsplekken echter knap lastig. Nergens in het bos staan bordjes (gelukkig!) en de paden blijken soms halverwege geheel te zijn overgroeid en niet meer in gebruik te zijn als pad. Dit betekende al snel een stuk teruglopen en een andere route vinden. Na een half uur stonden we op het punt op te geven en rechtsomkeert te maken, maar ineens liepen we als het ware tegen de muur op. De muur was duidelijk met de hand gebouwd, hoogstwaarschijnlijk met hout uit de directe omgeving. Enkele gaten op verschillende hoogtes biedt jong en oud, klein en groot de mogelijkheid naar eventueel wild te kijken. En toen begon het wachten. Vol spanning en af en toe een ademhaling duurde het wachten lang, heel lang. Maar plots bewoog er rechts tussen de sparren iets. Een aantal takken leken te bewegen en het licht op iets nieuws te vallen. Een das, een everzwijn? Of toch echt een edelhert? Maar er kwam helemaal niets. Waarschijnlijk waren de bewogen takjes een bedrog van ons enthousiasme en was er geen leven te bekennen.
Op de weg terug spreken mede-dwalers ons aan en vragen of we nog wat moois hebben gezien. De vraag overrompeld me en het duurt net iets te lang voor ik antwoord geef: “uhh, ja… maar vooral heel veel bomen”. Ik besef me terwijl ik antwoord geef dat ze bedoelen of we wilde dieren hebben gezien. Hoewel we enigszins teleurgesteld waren dat er geen edelhert ons is komen begroeten, is de hele ochtend gevuld met alleen maar moois. Het dwalen tussen de dansende bomen, het grote contrast met het strakke naaldbos en de sprookjesachtige mist zorgen er voor dat ik eigenlijk alleen maar ronduit JA kan antwoorden op de vraag: “heb je nog iets moois gezien”. Hier kom ik heel snel weer terug.
Een ex-pessimist, altijd druk en pas 32. Ik ben verslaafd aan het opdoen en delen van kennis. Ooit was ik surfer, later een backpacker, maar nu vooral een mens dat blij wordt van buiten zijn. Je leest hier meer over mij en mijn reis naar een leven in de buitenlucht.
Viviane Van Pottelberghe
— 8 jaar geledenprachtig verwoord; ik zie het allemaal zo voor me, ook zonder de prachtige beelden