Klein bos, groot avontuur; het Tiny Forest boek van Daan & Maarten

Het verhaal van Daan en Maarten: hoe een klein bos een groot avontuur werd

Wat in 2015 onschuldig begon met de aanplant van een klein bos in Zaandam groeide uit tot een internationale Tiny Forest beweging. Hoe heeft dat zo uit de hand kunnen lopen? Daan Bleichrodt en Maarten Bruns schreven hun avonturen en ervaringen op in het nieuwe boek Tiny Forest: klein bos, groot avontuur. Ik mocht als één van de eerste het manuscript lezen.

Tiny Forest: klein bos, groot avontuur

Toen Daan Bleichrodt mij vroeg of ik het boek wilde lezen en er iets over wilde schrijven was ik uiteraard gelijk enthousiast. Vanuit mijn werk ben ik als projectleider betrokken bij het Tiny Forest project, dus het ligt dicht bij mijn hart. Toch is het vooral het persoonlijke verhaal dat mij enthousiast maakte. In het boek zouden Daan en Maarten namelijk niet alleen beschrijven wat er nu gebeurt binnen het project, maar vooral hoe het allemaal is begonnen, welke successen ze beleefden én hoe ze soms keihard onderuit gingen.

Toen ik het manuscript ontving schrok ik even: 206 pagina’s! Ik heb geen idee wanneer ik voor het laatst een volledig boek heb gelezen, laat staan dat ik dat in een week zou doen op een computerscherm. Ik stelde voor om een mooi stuk te schrijven over mijn eerste indruk van het boek en hoe hun verhalen relateren aan mijn eigen reis. Want dat er overeenkomsten zouden zijn, dat was me gelijk al duidelijk. Maar eenmaal begonnen leest het verhaal weg als een roman. Zelfs het feit dat ik het boek op een scherm lees – het boek was pas net naar de drukker – verdwijnt naar de achtergrond. Dat lukt alleen een goed verhaal..

Eerste indruk

Vanaf de eerste bladzijde valt op hoe luchtig en persoonlijk het verhaal in elkaar zit. Het is fijn geschreven, laagdrempelig en vaak bijzonder grappig. Soms moet ik zelfs zo hard lachen dat mijn buren vast en zeker van schrik van hun stoel vallen. Toch is het niet alleen maar grappen en grollen. Daan en Maarten deinzen er niet voor terug om zichzelf bloot te geven en lichten ook de mindere momenten van dit enorme avontuur uit.

De enige link met de natuur is misschien dat ik stilletjes aan verander in een heuse vergadertijger. In de natuur kom ik onder werktijd maar weinig - Daan Bleichrodt

Als Daan vertelt dat het hem niet lukt meer lukt om op te laden en uiteindelijk zich ziek moet melden pink ik zelfs een traantje weg. Ik heb deze week vrij genomen omdat ik kapot ben. Ik slaap al maanden slecht, heb teveel stress en kom te weinig buiten. Maar omdat het buiten slecht weer is – waar het kort geleden nog zomer leek wisselen de hagel- en regenbuien zich nu al dagen af – zit ik al drie dagen binnen. Hoewel ik het boek het liefst in één ruk uit lees, besluit ik van de bank te komen en naar buiten te gaan.

Veel herkenning, maar ook grote verschillen

De volgende dag pak ik het boek weer op. Echt zin in lezen heb ik niet, maar als ik het boek deze week uit wil moet ik wel. Ik besluit op het balkon in het zonnetje te gaan zitten, al is het koud en de wind guur. Voor ik het weet zit ik weer in het verhaal en heb ik niet door hoe de zon verdwijnt.

In hun verhaal herken ik een hoop van mezelf en mijn reis van de afgelopen jaren. Zo schrijven ze allebei over hun pubertijd in de stad, waarbij natuur totaal geen rol speelde. Eerder beschreef ik al hoe ik opgroeide zonder de natuur, het gemis dat de basis vormt van mijn reis naar een leven in de buitenlucht. Maar ook de behoefte om een verschil te maken, om iets bij te dragen herken ik maar al te goed. Het wordt bijna eng als Maarten beschrijft hoe een aantal toevalligheden er voor zorgen dat hij in contact komt met Daan en het Tiny Forest-project. Mijn toelating aan de universiteit, mijn baan als wisent-onderzoeker en ons boswachtershuisje in de duinen, mijn omslag tot ecoloog hangt van toevalligheden aan elkaar.

Groen verbindt – het maakt ons aardiger, rustiger en socialer. – Maarten Bruns

Toch lees ik ook grote verschillen. Zowel Maarten als Daan groeide als kind op met de natuur. Daan zette zich zelfs in om zijn lievelingsboom te beschermen en Maarten plukt al jong zwerfafval uit de natuur als WNF Ranger. Ze omschrijven mooi hoe die bijzondere ervaringen op jonge leeftijd er voor zorgen dat kinderen na hun pubertijd wel weer terugkomen bij de natuur. Maar wat als je niet opgroeit met de natuur, zoals ik? Wat als je jongerengroepen zoals NJN en JNN te laat ontdekt en je eigenlijk nergens meer de natuur kunt ontdekken met gelijkgestemden. Het verklaart denk ik waarom ik me graag in zet om juist die groep jongeren te betrekken bij de natuur en bij wat we doen.

Van informatie tot inspiratie

Naast deze persoonlijke herkenning vind ik het leuk om juist het verhaal van Daan en Maarten te lezen. Hoewel Tiny Forest het hoofdonderwerp is, gaat het boek over veel meer dan bomen en natuur. Van het confronteren van een groep bestuurders in Den Haag tot het planten van bomen in de Indiase woestijn en van toevallige ontmoetingen tot burn-out, het is duidelijk een avontuur geweest. Het is gaaf om te lezen hoe sommige puzzelstukjes precies op hun plek zijn gevallen, terwijl anderen nog altijd een uitdaging blijven.

Daarnaast stelt het boek me ook gerust. Zo vertelt Daan dat er tussen het brede idee tot het concrete concept van kleine Miyawaki bosjes in de stad wel anderhalf jaar zat. Vaak heb ik het gevoel dat ik bij een eerste idee direct concrete plannen moet hebben, maar zo werkt dat vaak niet. Dat is fijn en geruststellend om te lezen.

Het boek Tiny Forest van Daan & Maarten

Toch merk ik dat ik soms teveel met mijn projectleiders-pet op aan het lezen ben. Maarten beschrijft bijvoorbeeld hoe één van de eerste Tiny Forests werkelijkheid is geworden dankzij de enorme inzet van vrijwilligers in de buurt en dat die betrokkenheid onderdeel is geworden van de standaard aanpak. Waanzinnig mooi en als groot voorstander van bottom-up werken word ik daar blij van. Tegelijkertijd weet ik inmiddels dat het echt niet overal lukt dat enthousiasme te vinden en de juiste mensen te bereiken.

Persoonlijk ben ik vooral verrast over één effect van het boek: mijn liefde voor bomen begint weer te borrelen. Als beginnend ecoloog stortte ik me, naast mijn geliefde grote grazers, volledig op de bomen. Ik deed soorteninventarisaties, adviseerde hoe bomen bespaard konden blijven bij ruimtelijke ontwikkelingen en verslond boek na boek over de ecologie van bomen. In mijn vrije tijd liep ik zelfs vrijwillig mee met boomverzorgers en hielp ik een bosbeheerder met het onderhoud van zijn bos. De afgelopen jaren is die passie door drukte en het vluchtige leven naar de achtergrond verdwenen. Dat gevoel komt nu langzaam weer terug en daar ben ik dankbaar voor!

Aanrader of niet?

Hoewel ze me dat niet gevraagd hebben raad ik iedereen het aan dit boek eens te lezen. Ik raak geïnspireerd met nieuwe energie aan de slag te gaan en denk dat meer mensen dat zullen hebben. Door de combinatie van humor en eerlijkheid lezen de 200+ pagina’s bovendien weg als water. Of je nu een echte natuurfanaat bent of je gewoon toe bent aan wat inspiratie, je zult waarschijnlijk wel iets uit dit boek halen. En zo niet, dan heb je toch mooi even gehuild én gelachen en kan je weer vol energie naar buiten.

Oh en Daan, als je de droom van dat grote Miyawaki-bos echt wil realiseren: count me in!

No Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Exclusieve verhalen van onderweg en de meest bijzondere buitenplekjes ontvangen? Schrijf je in en ontvang zes keer per jaar een BuitenBriefje.