Eerste én laatste wielertocht ooit

Waarom mijn eerste wielertocht ook gelijk mijn laatste was

Al sinds ik fietsen aan mijn trainingsroutine heb toegevoegd was ik nieuwsgierig. Hoe zou het zijn om in een groep op hoge snelheid te rijden? Kan ik een afstand van meer dan 100 kilometer aan? Er was maar één manier om daar achter te komen… Afgelopen zondag was het zo ver: ik deed mee aan mijn eerste georganiseerde wielertocht! Het was alleen totaal niet wat ik er van had gehoopt.

Mijn fitste versie ooit worden

Na het uitlopen van mijn eerste halve marathon was ik even helemaal klaar met mijn intensieve trainingsprogramma. Ik kwam kilo’s aan en een kreeg een flinke klap in mijn fitheid. Zonde, want het fit zijn deed me goed. Dus besloot ik weer aan de slag te gaan, maar nu met het ultieme doel: mijn beste vorm ooit krijgen.

Om te voorkomen dat ik het weer zat zou worden besloot ik het trainen dit keer anders aan te pakken. Ik bleef hardlopen, maar minder vaak en minder intensief. Daarnaast voegde ik een aantal keer per week de sportschool aan het programma toe én ging ik fietsen. Dat laatste sloeg aan. Ik ontdekte nieuwe plekken en bracht veel meer uren buiten door dan met hardlopen lukte. Bovendien kon ik soms met een vriend samen op pad, een verademing na maanden alleen trainen.

Samen de uitdaging aan… of toch niet?

Dat samen fietsen beviel goed en het leek ons allebei interessant om een keer een georganiseerde fietstocht uit te proberen. Na lang wikken en wegen schreven we ons in voor de Gerrie Knetemann Classic: een wielertocht ter nagedachtenis van één van Nederlands’ grootste wielrenners. Hoewel we allebei nog nooit meer dan 100km hadden gefietst besloten we ons in te schrijven voor de 120km. Een mooie uitdaging om samen aan te gaan!

120km wielertocht Nederland

De weken die volgden trainden we allebei gestaag door en een week of drie voor de tocht waren we er klaar voor. Voor heel even tenminste. Mijn fietspartner besloot op een dag met andere vrienden een keer het mountainbiken uit te proberen. Wat een leuke dag moest worden eindigde in een klap tegen een boom en een gebroken schouderblad als gevolg. Met minimaal 6 weken hersteltijd kon hij onze wielertocht wel vergeten.

Met zenuwen de eerste bochten in

En toen stond ik voor een dilemma: ga ik alleen? Na lang overleg en nachtjes slapen besloot ik tegen beter weten in toch te gaan. Ik had helemaal geen zin om daar in mijn eentje te starten, maar ik had er weken naar uitgekeken, een toch redelijk bedrag inschrijfgeld betaald en er flink voor getraind. Dan maar mijn angsten overwinnen, compleet uit mijn comfortzone stappen en het avontuur alleen aan gaan.

Met grote zenuwen stond ik afgelopen zondag aan de start. Tijd om te vertrekken! De eerste bochten gaan goed, maar de enorme hoeveelheid fietsers om me heen maken me nerveus. Na een aantal kilometer rijden we een wegversmalling tegemoet. De groep voor mij ziet het te laat en gaat uit schrik hard op de rem. Achter me hoor ik gescheld en gevloek: er ging bijna iemand onderuit. Meer van dit soort momenten zorgen ervoor dat ik niet ontspannen op de fiets zit en me heel kwetsbaar voel.

In een groep, maar toch heel alleen

De tientallen kilometers die volgen ontstaat er steeds meer ruimte in de groep. Ik raak aan de praat met een fietser die uit dezelfde omgeving als ik komt en een paar keer paar jaar een tocht rijdt. Omdat ze wel heel langzaam rijden besluit ik gedag te zeggen en bij een voorbijrijdend groepje aan te sluiten. Een grote fout, want het blijkt een vriendengroep die alleen maar oog voor elkaar heeft.

Die vriendengroep blijkt niet de uitzondering. Bij de eerste verzorgingspost probeer ik het gesprek nog aan te gaan, maar ik merk al snel dat niet iedereen daarop zit te wachten. Vrijwel iedereen is hier met een partner of vriendengroep en lijkt dat gezelschap wel prima te vinden. Eenzaam en teleurgesteld dat ik dit alleen moet doen stap ik weer op de fiets. Het had een gezellig, rustig ritje moeten worden, maar ik besluit nu maar alles te geven en zo snel mogelijk over de finish te komen.

Deelname Gerrie Knetemann Classic

De volgende twee uur gaan me prima af en ik kan redelijk genieten van de omgeving. Ik kan vaak in het wiel van anderen iets rustiger aan doen, maar rijd ook stukken op kop waarbij ik het tempo bepaal. Langzaam maar zeker loopt de temperatuur op en voor ik het door heb is het boven de 30 graden. Eten begint dan moeilijker te worden en mijn benen verzuren. Als ik ook nog mijn groep moet lossen en meer dan 10 kilometer alleen tegen de wind in moet zwoegen krijg ik het zwaar.

Nooit meer een wielertocht

Bij de laatste verzorgingspost krijg ik met moeite een halve banaan naar binnen. Mijn benen zijn zo moe dat ik het liefst hier blijf zitten. Met nog 30 kilometer te gaan dwing ik mezelf nog één keer alles te geven. Vechtend tegen de stemmen in mijn hoofd bereik ik uiteindelijk de finish en plof neer op een bankje. Ik ben kapot, kan niet stoppen met hoesten en heb het gevoel over te moeten geven. Terwijl steeds meer mensen om me heen met bier proosten op een mooie tocht voel ik me hopeloos alleen.

Misschien was het een stuk leuker geweest als we met zijn tweeën hadden gereden. Of had het ook gescheeld als ik na de finish met iemand had kunnen proosten op mijn prachtige prestatie. Maar met zoveel onbekende mensen rijden, afhankelijk zijn van hoe goed zij opletten én die enorme afstand.. dat blijkt gewoon niet voor mij weggelegd. Ik besluit op dat moment nooit meer een wielertocht te gaan rijden.

Laat ik mijn fiets dan voor altijd staan? Nee, dat zeker niet. Ik blijf zelf lekker fietsen, af en toe met mensen die ik ken en misschien zelfs een social ride met een iets grotere groep.

No Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Exclusieve verhalen van onderweg en de meest bijzondere buitenplekjes ontvangen? Schrijf je in en ontvang zes keer per jaar een BuitenBriefje.